In dit interview deelt Montaya hoe humor, verdwijntrucs en diepgaande thema’s zoals afscheid nemen samenkomen in een betoverende theaterervaring.

Hoe kwamen jullie op het idee om een goochelshow te gebruiken als metafoor voor de magie van het leven en de grote levensvragen?

"Serge en ik wilden al heel graag met elkaar werken. We zaten eindelijk in een productie waarvoor we beide waren gecast, maar toen had de regisseur bedacht dat de voorstelling in twee verschillende zalen afspeelde. Serge stond in de ene zaal met een aantal van mijn collega's en ik in de andere zaal. We dachten, damn, werken we weer niet samen."

"Dus toen ontstond het idee om zelf iets te maken om zeker te zijn dat we samen gingen werken. Serge wilde iets met goochelen doen en ik dacht, als we dan iets met goochelen doen, ben ik geïnteresseerd in het idee van dingen die er niet meer zijn. Zo kwamen de twee ideeën bij elkaar omdat goochelaars altijd een verdwijntruc doen. Je gaat er natuurlijk vanuit dat professionele goochelaars precies weten waar het voorwerp is, en alleen het publiek denkt dat het voorwerp echt verdwenen is. Maar toen dachten we, het zou heel theatraal zijn als die goochelaars op een gegeven moment zelf ook niet meer weten waar het echt gebleven is, en dat ze denken, nu brengen we het voorwerp, het konijn, of het stokje weer tevoorschijn, en dat het dan echt niet terugkomt. Dat is een beetje het vertrekpunt van die dingen geweest."

Kun je meer vertellen over de keuze van de personages Caspar en Domingo? Hoe ontstonden deze figuren en wat symboliseren ze voor jullie?

"Het belangrijkste is, en dat is mede door de schrijver ontstaan, dat het broertjes zijn waarvan één echt de oudste is en de ander echt de jongste. In die dynamiek is er eigenlijk altijd een strijd gaande. De oudste probeert de jongste iets wijs te maken wat helemaal niet klopt en laat hem allerlei dingen doen omdat hij er zelf geen zin in heeft, maar ook om te zien of de jongere erin trapt en het vuile werk voor hem opknapt. Daar zit een bepaalde humor in. Maar het jongere broertje kijkt ook vaak op tegen de oudere broer en wil graag zoals hij zijn. Soms vindt hij het heel vervelend dat de oudere broer dan minder geïnteresseerd is in hem en meer in andere mensen die iets ouder zijn. We vonden dit een leuke dynamiek om mee te spelen, ook omdat het universeel is. Oude broers, jonge broertjes, oude zussen, jonge zusjes."

De voorstelling combineert humor met diepgaande thema's zoals afscheid nemen. Hoe zorgen jullie ervoor dat deze balans behouden blijft tijdens de voorstelling

"Interessante vraag. Ik realiseer me dat ik als volwassene sommige dingen heel diep en zwaar vind. Als ik dezelfde thema's vraag aan een kind van 5 of 6, denkt een kind daar helemaal niet zo diep over na. Bijvoorbeeld het concept de dood is moeilijk te begrijpen. Zelfs voor mij als volwassene, moet je nagaan als kind. De dood is meer een klein onderdeel van de voorstelling, omdat de dood ook een bepaalde verdwijntruc is. Er zijn veel verhalen over waar je dan blijft, maar er is eigenlijk niemand die echt teruggekomen is met foto's of een videoreportage om precies te laten zien hoe het daar is. De voorstelling is een excuus om daarover na te denken of te fantaseren. Over wat het zou kunnen zijn en hoe het daar voelt. Dat geldt voor grote dingen zoals waar je oma is gebleven, maar ook kleine dingen. Iedereen raakt wel een sok kwijt. Hoe kan het dat iedereen een sok kwijt is? Er moet toch ergens een plek zijn met een hele hoop sokken van iedereen. Waar is die plek? Hoe komen we daar? Daar kan je over fantaseren."

Wat betekent het voor jullie om samen te werken met het Bijlmer Parktheater en welke rol speelt de locatie in de uitvoering van de show?

"Voor mij is het belangrijk om met een plek zoals Bijlmerpark samen te werken, omdat ik als acteur door het hele land kan spelen. Maar in mijn hart voelen sommige plekken als een thuiswedstrijd. Als ik daar speel, dan komen al mijn vrienden, familie en kennissen. Dat is deels makkelijk omdat die mensen ook in mijn stad wonen. Maar het is ook een fijn gevoel omdat ik denk, hoe kan ik het zeggen, het voelt gewoon echt als mijn mensen waar ik voor speel. Soms is het fijn om te spelen voor een totaal ander publiek dat een heel ander leven leidt. Omdat ik die juist kan inspireren, om ze iets nieuws te laten zien. Maar op hetzelfde moment is het ook fijn om voor mijn eigen mensen te spelen en het gevoel te geven dat ik terugkom om ze te laten zien wat ik nu weer heb gemaakt".

Wat hoop je dat kinderen en volwassenen meenemen na het zien van de voorstelling, vooral in termen van de besproken thema’s zoals ‘afscheid nemen’?

Ik hoop dat de voorstelling een aanleiding is om met je broertje, zusje, vader, moeder, oom, tante, vrienden, klasgenoten, docent of buurjongen te praten over een thema waar eigenlijk een taboe op heerst. Wat we in Nederland heel lastig vinden om over te praten en waar we het liefst over zwijgen. Maar als we over het leven praten, dan is het eigenlijk logisch dat we ook over de dood kunnen praten. En dat het geen mysterie is waar je niks over mag zeggen of wat je niet kan begrijpen, en pas wanneer het gaat spelen in je leven dat je er dan opeens mee geconfronteerd wordt zonder dat je er woorden aan kunt geven of een plek kunt geven. Ik denk dat theater een goede brug is om taal te geven aan vragen, een gevoel of een ervaring. Bij een ontmoeting hoort ook een afscheid. Ik zou willen dat het heel normaal is. Ik denk dat het gezond is dat we daarover nadenken en praten, dat we dat een plek geven in ons leven. Niet alleen aan het einde, maar ook aan het begin en het midden. Ik weet dat heel veel andere culturen daar heel anders mee omgaan. In Zuid-Amerika, Azië, Afrika. Ik denk dat Europa en specifiek Nederland daar nog veel van kan leren."